Stel je voor, alles wat je nodig hebt scan je zelf bij de vaste scanner. Dan heb je een keer 'n stuk fruit en dat moet met de handscanner. Volgens het programma kan het fruit middels de handscanner en de rest met de vaste scanner. Dan komt er een check, een medewerker wiens eigen 'software' zo geprogrammeerd is dat dit niet mag. Het is alsof je een straat inloopt om er vervolgens uitgestuurd te worden wijl nergens staat dat je er niet in mag. Als je de mogelijkheid geeft om een vaste en handscanner te koppelen, maar je wilt dit niet, waarom geef je deze dan? Wil je dit niet? Regel dit dan. Aangezien het 'programma' van de medewerker dit niet aankan noch in staat is zichzelf te veranderen, wie haalt deze fout dan uit het zelfscan programma? Mocht de zaak niet willen werken, dan ben ik genoodzaakt in geval van zo'n stuk fruit alles met een handscanner te doen, zo te voorkomen dat, ondanks dat ik er om kan lachen en door alles en iedereen heen zie, de zaak niet gewezen wordt op dat wat het zelf heeft gemaakt niet waterdicht is. Wat anders kan uitlopen in een gesprek met medewerkers die ervoor weglopen, of spreken over een verbod en al met al zich gedragen als pubers; van alles voor een ander invullen, excuses hebben van hier tot Tokio, niet om kunnen gaan met emoties en het duidelijk is dat dit als een parachute die niet werkt, te pletter valt. ![]() Waar ik wederom en blijkbaar als enige om kan lachen, dus bespaart het de onvolwassenheid een eigenlijk gezonde en vruchtbare ontmoeting en stelt het deze uit tot, net als het geloof in de Sint, het kind klaar is voor de confrontatie.
|
'Bug'
Zin
Als 't verstoten
een deur laat merken
wat 't gevoel van tegenzin
over de zerken
vertelt
die werken
aan wat uit kerken
in het alledaagse past
maakt 't van gas een gast,
van vriendin een vriend in
alles dat ik verloor
en van tegenzin, vóór
Kruidje roer me...
Naar onkruid ruikt de wiet
Door dit lied ziet
kruidje roer me niet, niet heen
Kruidje roer me wel, wel
Die gaat door een hel
Trekt aan de bel
Luistert naar het lichaam, snel
Dient het lichaam lang
Offert zich op voor, wie is bang?
Zelfwerpen
Op jezelf
teruggeworpen
is ontworpen
om na te gaan
of al dat gezegd is
klopt
Of het klopt dat 'n goede vrind
ooit een vreemdeling was
en een vreemde vriend
een goeie gabber is
die een vreemde speelt
Hoe liggen de kaarten verdeeld?
Met 'n vreemde zijn bevriend
Die vreemde vriend
Wie 't hogere dient
door neder te zijn
Geen water
bij de wijn
Enkel zuiverte
in dat
wat
is
rein
Vader's gevecht
Vaders vechten er op los
met bloemen en strelen
Vaders vechten er op los
met lieve woorden
en het hart dat je kunt delen
Vaders vechten er op los
met stoeien en stofjes die helen
Kikker
Ik leef als een kikker
die je amper ziet
Soms 's een hupje
maar dan weer niet
In kleuren die samen vallen
met de stenen op de grond
Een kikker met twee ogen
en een gesloten mond
Kwaken doe ik niet
als het gevaarlijk voelt,
wanneer 't kwade krioelt
zoals reigers aan 't water
op zoek naar 'n kikker
die je amper ziet
Soms 's een hupje
en dan weer niet
Al blijf ik stilstaan
bewegen doe ik toch
Ik zie m'n longen blazen
en m'n hart klopt rustig doch
Maalstroom
Laat ze maar binnen
die malende stroom
en laat ze weer gaan
voor de volgende, oh,
daar komt er één aan
Als water dat stroomt
malen gedachten door 'n beek
In een rustig tempo
is het dat ik naar ze keek
Laat ze maar binnen
die malende stroom
en laat ze weer gaan
voor de volgende, oh,
daar komt er één aan
Ze komen en verdwijnen
als de golven die deinen
en zich verfijnen tot de kleinste dingen
zich verlengen tot de langste zinnen
Laat ze maar binnen
die malende stroom
en laat ze weer gaan
voor de volgende, oh,
daar komt er één aan
Kwisten
Één voor allen
en allen voor één
Onze kwetsbaarheid ligt te lang onder het stof
en het is grof om het hart te vergeten
terwijl het klopt voor het hele huis
Misschien interesseert het je niet
maar tegen elkaar zijn werkt niet
het kost alleen maar energie
en het is een verspilling van tijd
en als er toch geen vijanden zijn
waar blijf je dan met vijandigheid?
Mis
Het lijkt alsof de mens
elkaar maar niet bereikt
Alsof de moedertaal
van ons afwijkt
Dat we langs elkaar heen spreken
en woorden als takken in een storm
laten breken
Zo dat we elkaar wel horen
maar dat zelfs smeken
geen teken
is van een witte vlag
dat in een oorlog nodig is
elke dag
Moord
Als je me wilt moorden, bel dan Jantje Pek
Als je kan bewijzen wie ik ben, dan, steek me lek
Als je dat niet doet, dan maak ik je gek
Als je mij wilt moorden
Moord me dan maar uit
Laat geen kaartje achter
en neem de volle buit
Hoor je de sirenes?
Spring dan door de ruit
Als je me wilt moorden,
trek er dan de stekker uit
Als je me wilt slachten
maak dan een besluit
Overweeg het leven
maar dood me nu meteen
Dromen over dood
Die behoefte aan het plegen
Dit verlangen is een zegen
een zegen, idioot
maar een slechte daad
noch een einde aan je haat
Spealorius
A: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik noem het gevoelens, gedachten, angst, verwarring, achterdocht, trauma, woede, verdriet, enzovoort. B: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik stel dit vast als de 'huppeldepup' ziekte. A: Ik doe er niets mee, dan voel ik er vanzelf doorheen. B: Ik stop er een pil in, dat schijnt te 'werken' om er 'vanaf' te komen, het 'beter' te maken. A: Ik zie dat een oordeel snel is geveld, een som vlug wordt berekend en een handeling gauw gebeurt om van A naar B te gaan, zonder A überhaupt te nemen zoals het is en deze te onderzoeken om eigenlijk zelfs te ontdekken dat er geen A is, dus noch B, maar hee, laat het B verbeelden als immer de toekomst. Laat het tegen A zijn en B telkens idealiseren tot het de ballen heeft A onder ogen te zien. B: Ik wil wel even zeggen dat het mijn functie in de maatschappij is om alles dat buiten mijn kader valt weer in het gareel te krijgen. Zo heb ik dat geleerd uit boekjes en van anderen die dit ook uit boekjes hebben gehaald. Of dit erin hebben geschreven. Zonder dit grondig onderzocht te hebben. Mijn studie en zogenaamde praktijk is tevens mijn excuus voor alle oordelen die ik vel en pillen die ik draai. Zo ben ik nou eenmaal geprogrammeerd. Ik heb een hamer in de hand, dus het zijn spijkers die ik zie. Mijn bril is roze, dus alles wat ik zie is roze. A is mij teveel, of te weinig, dus ik verzin B. Ik moet knokken om iets te worden. Of wat ik voel niet te hoeven voelen. Zoals iedereen. Weer een excuus. A: Ik stop met vechten. B: Ik stop er een pil in om te vechten. A: Ik doe niets. B: Ik ben het daar niet mee eens. A: Probeer het maar. B: Een paar uur lang? A: Moeilijker dan de moeilijkste som, examen of relatie... B: Ik stel dit onterecht vast als het niets-doen-syndroom, de luiheiteritis en de ontspanningskwaal. Of ik zie het helemaal verkeerd en noem het 'katatonie', het helemaal niet bewegen... A: Ha, weet je wat er niet beweegt? B: Mijn verlangen naar de waarheid. A: Net zoals elke rechter de waarheid niet aankan, maar er wel in handelt. Net zoals het geloof dat men immer denkt het lichaam te zijn en dus van alles iets persoonlijks maakt. Net zoals een klok zonder te lopen, een brandloos vuur en een hart dat niet klopt. 'Ik' klop niet. B: Ik deug niet. A: 'Ik' deug niet. B: Wie is 'ik'? A: Vraagt wie? B: Ik. A: Wie is 'ik'? B: Ik ben ik, maar dat zegt iedereen. A: Precies, overgenomen gedachtengoed is niet wat je bent, maar wat je kent. Papa en mama konden en kunnen er niets aan doen en let wel, er zit een grammetje praktische kant aan, maar gewoon na-apen en blijven nadoen is weggelegd voor de oen. Tevens is de naam, het oordeel en de mening die 'ouders' verzinnen natuurlijk ook geen antwoord. Van de buitenkant kan men een boek niet beoordelen. Hoe grappig dat je negen van de tien keer een naam hoort als je vraagt wie wie is. Zonder nadenken, hop, want zo moest ik mij voorstellen van paps en mams. Maar, niemand die doorheeft dat het dus een voorstelling is. Nee, das weggelegd voor het acteren in het theater op het toneel. Inzien dat alles een grote poppenkast is, no, no. Gewoon je ernstig voordoen over de klimaatcrisis, een oorlog of dat het w.c. papier op is. Niets vermoedend dingen invullen voor anderen. B: Toch doe ik dat en verdien ik er bakken met geld mee. A: Das jouw probleem. B: De grote invulvloek. Je hebt een punt, wat weet ik nou? A: Zoals Socrates zei, niets. B: Ik vind mijn werk maar niets. A: Het past je ook niet. B: Maar de psychologische test op school... A: ...ben je ingetrapt. Wat we onder psychologie verstaan is bijna altijd het halve werk. Westers, pseudo en verhaaltjes. Weer alles invullen, verklaren en beantwoorden. Wanneer de vraag geen antwoord behoeft, de vraag zelfs wordt doorzien is het einde verhaal. Het begin is er, maar niemand maakt het af. Daar is op zich niets mis mee... totdat je in de maatschappij 'stapt', voor zover deze er is... want, die boom daar, die bestaat ook niet, maar kan worden aangewezen. Wie wijst hoe de maatschappij aan? B: Geen idee hoe, maar wie er deel aan neemt? A: Deelname aan... wat geen verplichting, eigenlijk overbodig en puntje bij paaltje een illusie is. 'Nee, maar je hebt wel het recht om...' bullshit. Wie vraagt zich nou eens af waarom we met de meest debiele rechten komen? Recht om mens te zijn? Om erbij te horen? Te zijn wie je bent? Wie heeft hier waarom het idee bij een recht voor te moeten verzinnen? Los van deze rare verschijnselen hebben zulke verzinsels geen rechten nodig, maar ja, er zal wel iemand geweest zijn die zo diep in de put dacht te zitten dat een beetje cognitieve gedragstherapie, een ander woord voor een ego trucje, overlevingsstrategietje en het wortel voor het paard houdende, een oplossing zou bieden. Zo lang je maar gelooft... Zo lang je gelooft, zie je het niet. Ben je jezelf niet. Houd je vast aan leugens. Vertrouwen? Wie ziet dat vertrouwen geen gevoel is, maar het maskeren van de angst die eronder zit? Zoom in op vertrouwen en het gevoel blijkt er niet te zijn. Waar het om draait zijn gedachten die je herhaaldelijk gelooft. Maar goed, wie dit niet ziet en de angst niet durft aan te kijken gaat er lekker 'bij horen'. Of niet lekker, want ook met je voordoen als getraumatiseerd slachtoffer van gruwelijke verkrachting, moord en wat al niet kan je er gewoon nog bij horen. Dan ben je misschien geen succesvolle ondernemer, titel of hutjemetut, maar dan ben je tenminste nog iets. Net zo de duizendste moeder die steevast klampt aan het idee dat ze dit 'geworden' is. Niet speelt, niet zich voordoet en eigenlijk beter dient te weten. Nee, je 'bent' moeder, vader en/ of kind. Dan ben je tenminste nog iets. Misschien ben je geen held of heldin, beoefen je geen beroep en doe je praktisch niets, je bent altijd nog wel iemand. Met een naam. Een mens. Een heleboel flauwekul dat nimmer wordt onderzocht tot op de bodem. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik noem het energie in motie. B: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik stel dit vast als jij bent ziek. A: Ik onderzoek alles en kom erachter dat niets bestaat. B: Ik zoek onder alles op zoek naar van alles. B: Wie vervloekt de grote invulling? A: Vervloek het boek, deze woorden en de letter. B: Godsgeketter, Kletter mij als etter in de bak, waar de zooi het getetter voorstelt toen de 'twin towers' te pletter vielen, de ene groep zielen de boel deed vernielen en ander deed dealen met de torens die vielen Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, en de vraag is overbodig Ik hoor, ik hoor wat jij niet hoort, en het luisteren is onnodig Ik voel, ik voel wat jij niet voelt, en de boel is geflest als een poel in de woestijn Een fata morgana Een middel om de pijn nog niet te voelen als fijn Om in je gedachten te stinken Niet naar het gevoel om te zijn Om niet te zijn hoe je gevoelens bewegen Ik voel, ik voel wat jij niet voelt, wat is het toch dat hiermee wordt bedoelt? Ik zie waar je op doelt maar ik vraag, ik vraag wat jij niet vraagt en de vraag is onderkoelt Het vraagt om aandacht Laat het zijn overspoelt met vragen die het menen Warm de vraag op als bevroren tenen Als een verlangen naar bevrijding voor een verlangenloos bestaan Ik vraag wat jij niet vraagt maar de vraag wordt nooit gedaan Ik vraag mij, wat is echt? Wat is waan? Wie ben ik? En laat de vraag waar kom ik vandaan? Wie ben ik? Is met geen woord te beschrijven Wie ben ik? Is met geen moord te vermoorden Gestoord voor hen die vloeken Al invullend en uit boeken halend wat ze zoeken tot ook voor hun de doeken vallen als het zakt in graf Brand in oven Wie ben ik? Is voor doven Wie ben ik? Zou ik niet geloven Ik zie dat wat ik op heb gesnoven me laat stikken in het stof Beloven is naast werkwoord een moord op hoe het hoort Beroven deed ik mij waardoor ik werd gestoord Gestoord waardoor werd ik Waardoor ik gestoord werd van mijn geloof in alles met name 'ik' Stik maar in wat ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is zoeken, Piet! Geen tint te vinden in dit lied Wie wat vraagt boeit mij niet Wiede wiede wiet Weg met de kosmopoliet Kots mij wie ziet, uit Wie is de rots in de branding? Het interesseert me geen fluit Voor een belediging heb ik een dikke huid en dankbaarheid maar tot mijn spijt bekeurt Oom agent U er tegen en is het vijf jaar als je smaad aan de koning af doet vegen zijn geen wegen Wie verwachtingsloos vraagt staat in de drup, niet de regen maar blijft dus nat en net als een kat pas fikt als deze droog is gevallen voor het zinnebeeld van de feniks, de ballen aan wat er als tekens uit de vingers vloeien Voor je het weet groeien letters over in woorden en sta je bovenaan de piste in plaats van te boarden te lullen over sneeuw Ben je het schaap Niet de leeuw Ben je het schaap? Niet de leeuw? Dan hoor je erbij Maar kijk je in de plas zie dan Uw manen te midden de wol Brul! Van A naar B Wat een kul Zul je zien of blijf je kijken? De angst ontwijken Bezwijken voor wie je werkelijk bent Geen vent, man of vrouw Aan niemand ben ik trouw Niemand zal ik zijn Zo nietig, zo klein Het is alsof ik als blaadje op de golven dein Nergens naar op uit Zonder enig roer Overboord met doesstoer Weg met doeslief Als dief jat ik al waar ik aan vast doe klampen Leg ik uit dat rampen tussen de oren zitten Ik zie het niet zitten in een vraag zitten Hoe kan ik mij verhitten om brandend uit as te rijzen tot ook deze fabel zo onzichtbaar is als gas? Wie houd mij tegen te tikken op toetsen? Van toetsen werd ik getikt, nam ontslag en wie schrikt van de stront onder de schoen die het aanzag voor een zoen? Wie wil alle problemen wegdoen? Maar echt alles wat je dwarszit? En heeft daar alles voor over? Ook als dat à lles is? Nope, liever gehecht aan stront dan je kont vegen met papier Wie het inziet sterft aan het verleden en vult geen toekomst in Die veegt zelfs het nu hier als stront op dat papier zo van zich af Nu is het af! Kan ik zeggen Maar blijkbaar komen de klinkers telkens met mede om mede te delen dat er zovelen het ego strelen nog willen 'helen' beter willen zijn dan gister Ik zou 'mijzelf' moeten 'kelen' om te laten zien wat 'zelf' moord is Dat het niet zoals velen het lichaam in tweeën zit te delen Te zien dat dit en dat niet twee zijn noch wat er als response in mij opwelt Want anders valt 't voor het 'alles is één' koor dat ondanks Advaita toch schijnt te gelden als vertaling van Sanskriet Zo het de woorden twee en niet als de volgende yoga ziet Ik vraag, ik niet Ik waag, nietjes Ik daag, je uit Zing in liedjes Plaag de geest Wie stopt met tikken? Wie is er geweest? Wie ziet, wie ziet wat ik niet zie en de kleur is aan wie dit... ? |
