A: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik noem het gevoelens, gedachten, angst, verwarring, achterdocht, trauma, woede, verdriet, enzovoort. B: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik stel dit vast als de 'huppeldepup' ziekte. A: Ik doe er niets mee, dan voel ik er vanzelf doorheen. B: Ik stop er een pil in, dat schijnt te 'werken' om er 'vanaf' te komen, het 'beter' te maken. A: Ik zie dat een oordeel snel is geveld, een som vlug wordt berekend en een handeling gauw gebeurt om van A naar B te gaan, zonder A überhaupt te nemen zoals het is en deze te onderzoeken om eigenlijk zelfs te ontdekken dat er geen A is, dus noch B, maar hee, laat het B verbeelden als immer de toekomst. Laat het tegen A zijn en B telkens idealiseren tot het de ballen heeft A onder ogen te zien. B: Ik wil wel even zeggen dat het mijn functie in de maatschappij is om alles dat buiten mijn kader valt weer in het gareel te krijgen. Zo heb ik dat geleerd uit boekjes en van anderen die dit ook uit boekjes hebben gehaald. Of dit erin hebben geschreven. Zonder dit grondig onderzocht te hebben. Mijn studie en zogenaamde praktijk is tevens mijn excuus voor alle oordelen die ik vel en pillen die ik draai. Zo ben ik nou eenmaal geprogrammeerd. Ik heb een hamer in de hand, dus het zijn spijkers die ik zie. Mijn bril is roze, dus alles wat ik zie is roze. A is mij teveel, of te weinig, dus ik verzin B. Ik moet knokken om iets te worden. Of wat ik voel niet te hoeven voelen. Zoals iedereen. Weer een excuus. A: Ik stop met vechten. B: Ik stop er een pil in om te vechten. A: Ik doe niets. B: Ik ben het daar niet mee eens. A: Probeer het maar. B: Een paar uur lang? A: Moeilijker dan de moeilijkste som, examen of relatie... B: Ik stel dit onterecht vast als het niets-doen-syndroom, de luiheiteritis en de ontspanningskwaal. Of ik zie het helemaal verkeerd en noem het 'katatonie', het helemaal niet bewegen... A: Ha, weet je wat er niet beweegt? B: Mijn verlangen naar de waarheid. A: Net zoals elke rechter de waarheid niet aankan, maar er wel in handelt. Net zoals het geloof dat men immer denkt het lichaam te zijn en dus van alles iets persoonlijks maakt. Net zoals een klok zonder te lopen, een brandloos vuur en een hart dat niet klopt. 'Ik' klop niet. B: Ik deug niet. A: 'Ik' deug niet. B: Wie is 'ik'? A: Vraagt wie? B: Ik. A: Wie is 'ik'? B: Ik ben ik, maar dat zegt iedereen. A: Precies, overgenomen gedachtengoed is niet wat je bent, maar wat je kent. Papa en mama konden en kunnen er niets aan doen en let wel, er zit een grammetje praktische kant aan, maar gewoon na-apen en blijven nadoen is weggelegd voor de oen. Tevens is de naam, het oordeel en de mening die 'ouders' verzinnen natuurlijk ook geen antwoord. Van de buitenkant kan men een boek niet beoordelen. Hoe grappig dat je negen van de tien keer een naam hoort als je vraagt wie wie is. Zonder nadenken, hop, want zo moest ik mij voorstellen van paps en mams. Maar, niemand die doorheeft dat het dus een voorstelling is. Nee, das weggelegd voor het acteren in het theater op het toneel. Inzien dat alles een grote poppenkast is, no, no. Gewoon je ernstig voordoen over de klimaatcrisis, een oorlog of dat het w.c. papier op is. Niets vermoedend dingen invullen voor anderen. B: Toch doe ik dat en verdien ik er bakken met geld mee. A: Das jouw probleem. B: De grote invulvloek. Je hebt een punt, wat weet ik nou? A: Zoals Socrates zei, niets. B: Ik vind mijn werk maar niets. A: Het past je ook niet. B: Maar de psychologische test op school... A: ...ben je ingetrapt. Wat we onder psychologie verstaan is bijna altijd het halve werk. Westers, pseudo en verhaaltjes. Weer alles invullen, verklaren en beantwoorden. Wanneer de vraag geen antwoord behoeft, de vraag zelfs wordt doorzien is het einde verhaal. Het begin is er, maar niemand maakt het af. Daar is op zich niets mis mee... totdat je in de maatschappij 'stapt', voor zover deze er is... want, die boom daar, die bestaat ook niet, maar kan worden aangewezen. Wie wijst hoe de maatschappij aan? B: Geen idee hoe, maar wie er deel aan neemt? A: Deelname aan... wat geen verplichting, eigenlijk overbodig en puntje bij paaltje een illusie is. 'Nee, maar je hebt wel het recht om...' bullshit. Wie vraagt zich nou eens af waarom we met de meest debiele rechten komen? Recht om mens te zijn? Om erbij te horen? Te zijn wie je bent? Wie heeft hier waarom het idee bij een recht voor te moeten verzinnen? Los van deze rare verschijnselen hebben zulke verzinsels geen rechten nodig, maar ja, er zal wel iemand geweest zijn die zo diep in de put dacht te zitten dat een beetje cognitieve gedragstherapie, een ander woord voor een ego trucje, overlevingsstrategietje en het wortel voor het paard houdende, een oplossing zou bieden. Zo lang je maar gelooft... Zo lang je gelooft, zie je het niet. Ben je jezelf niet. Houd je vast aan leugens. Vertrouwen? Wie ziet dat vertrouwen geen gevoel is, maar het maskeren van de angst die eronder zit? Zoom in op vertrouwen en het gevoel blijkt er niet te zijn. Waar het om draait zijn gedachten die je herhaaldelijk gelooft. Maar goed, wie dit niet ziet en de angst niet durft aan te kijken gaat er lekker 'bij horen'. Of niet lekker, want ook met je voordoen als getraumatiseerd slachtoffer van gruwelijke verkrachting, moord en wat al niet kan je er gewoon nog bij horen. Dan ben je misschien geen succesvolle ondernemer, titel of hutjemetut, maar dan ben je tenminste nog iets. Net zo de duizendste moeder die steevast klampt aan het idee dat ze dit 'geworden' is. Niet speelt, niet zich voordoet en eigenlijk beter dient te weten. Nee, je 'bent' moeder, vader en/ of kind. Dan ben je tenminste nog iets. Misschien ben je geen held of heldin, beoefen je geen beroep en doe je praktisch niets, je bent altijd nog wel iemand. Met een naam. Een mens. Een heleboel flauwekul dat nimmer wordt onderzocht tot op de bodem. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik noem het energie in motie. B: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik stel dit vast als jij bent ziek. A: Ik onderzoek alles en kom erachter dat niets bestaat. B: Ik zoek onder alles op zoek naar van alles. B: Wie vervloekt de grote invulling? A: Vervloek het boek, deze woorden en de letter. B: Godsgeketter, Kletter mij als etter in de bak, waar de zooi het getetter voorstelt toen de 'twin towers' te pletter vielen, de ene groep zielen de boel deed vernielen en ander deed dealen met de torens die vielen Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, en de vraag is overbodig Ik hoor, ik hoor wat jij niet hoort, en het luisteren is onnodig Ik voel, ik voel wat jij niet voelt, en de boel is geflest als een poel in de woestijn Een fata morgana Een middel om de pijn nog niet te voelen als fijn Om in je gedachten te stinken Niet naar het gevoel om te zijn Om niet te zijn hoe je gevoelens bewegen Ik voel, ik voel wat jij niet voelt, wat is het toch dat hiermee wordt bedoelt? Ik zie waar je op doelt maar ik vraag, ik vraag wat jij niet vraagt en de vraag is onderkoelt Het vraagt om aandacht Laat het zijn overspoelt met vragen die het menen Warm de vraag op als bevroren tenen Als een verlangen naar bevrijding voor een verlangenloos bestaan Ik vraag wat jij niet vraagt maar de vraag wordt nooit gedaan Ik vraag mij, wat is echt? Wat is waan? Wie ben ik? En laat de vraag waar kom ik vandaan? Wie ben ik? Is met geen woord te beschrijven Wie ben ik? Is met geen moord te vermoorden Gestoord voor hen die vloeken Al invullend en uit boeken halend wat ze zoeken tot ook voor hun de doeken vallen als het zakt in graf Brand in oven Wie ben ik? Is voor doven Wie ben ik? Zou ik niet geloven Ik zie dat wat ik op heb gesnoven me laat stikken in het stof Beloven is naast werkwoord een moord op hoe het hoort Beroven deed ik mij waardoor ik werd gestoord Gestoord waardoor werd ik Waardoor ik gestoord werd van mijn geloof in alles met name 'ik' Stik maar in wat ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is zoeken, Piet! Geen tint te vinden in dit lied Wie wat vraagt boeit mij niet Wiede wiede wiet Weg met de kosmopoliet Kots mij wie ziet, uit Wie is de rots in de branding? Het interesseert me geen fluit Voor een belediging heb ik een dikke huid en dankbaarheid maar tot mijn spijt bekeurt Oom agent U er tegen en is het vijf jaar als je smaad aan de koning af doet vegen zijn geen wegen Wie verwachtingsloos vraagt staat in de drup, niet de regen maar blijft dus nat en net als een kat pas fikt als deze droog is gevallen voor het zinnebeeld van de feniks, de ballen aan wat er als tekens uit de vingers vloeien Voor je het weet groeien letters over in woorden en sta je bovenaan de piste in plaats van te boarden te lullen over sneeuw Ben je het schaap Niet de leeuw Ben je het schaap? Niet de leeuw? Dan hoor je erbij Maar kijk je in de plas zie dan Uw manen te midden de wol Brul! Van A naar B Wat een kul Zul je zien of blijf je kijken? De angst ontwijken Bezwijken voor wie je werkelijk bent Geen vent, man of vrouw Aan niemand ben ik trouw Niemand zal ik zijn Zo nietig, zo klein Het is alsof ik als blaadje op de golven dein Nergens naar op uit Zonder enig roer Overboord met doesstoer Weg met doeslief Als dief jat ik al waar ik aan vast doe klampen Leg ik uit dat rampen tussen de oren zitten Ik zie het niet zitten in een vraag zitten Hoe kan ik mij verhitten om brandend uit as te rijzen tot ook deze fabel zo onzichtbaar is als gas? Wie houd mij tegen te tikken op toetsen? Van toetsen werd ik getikt, nam ontslag en wie schrikt van de stront onder de schoen die het aanzag voor een zoen? Wie wil alle problemen wegdoen? Maar echt alles wat je dwarszit? En heeft daar alles voor over? Ook als dat àlles is? Nope, liever gehecht aan stront dan je kont vegen met papier Wie het inziet sterft aan het verleden en vult geen toekomst in Die veegt zelfs het nu hier als stront op dat papier zo van zich af Nu is het af! Kan ik zeggen Maar blijkbaar komen de klinkers telkens met mede om mede te delen dat er zovelen het ego strelen nog willen 'helen' beter willen zijn dan gister Ik zou 'mijzelf' moeten 'kelen' om te laten zien wat 'zelf' moord is Dat het niet zoals velen het lichaam in tweeën zit te delen Te zien dat dit en dat niet twee zijn noch wat er als response in mij opwelt Want anders valt 't voor het 'alles is één' koor dat ondanks Advaita toch schijnt te gelden als vertaling van Sanskriet Zo het de woorden twee en niet als de volgende yoga ziet Ik vraag, ik niet Ik waag, nietjes Ik daag, je uit Zing in liedjes Plaag de geest Wie stopt met tikken? Wie is er geweest? Wie ziet, wie ziet wat ik niet zie en de kleur is aan wie dit... ? |