Vragen stellenover de zin van het bestaan ben ik weleens klaar mee, dat ik erover ophoud en ga luisteren naar een vogel, vliegtuig of andere waanzin.
Vanuit de inborstnaar de waarheid spreken is als een lichaam te zien dansen, dat beweging verwachtingloos door vlees en bot gade slaat.
het is een druppelstress in een emmer van spannend leven, waar genieten de hendel is bij het vastpakken ervan.
Als de zontrouwtmet de maan,trouwt de maanmet de zonDan ziet hetde zon in de maanen de maan in de zonDe vreugde is eerlijkEerlijk is het hartOns hart is èènOnze harten zijn tweeHet hangt allemaal afvan jou, jij en Jahwehvan de liefde
maar er is niemandin dit heelal
die van je houden zal
dus rapt het oren lek
en straalt het passie uit
trouwt het knettergek
met een bruiddie als godin
vermomd as spin
desalniettemin
een begin maakt
aan het bemin
dat als zeemeermin
al smachtendin deze onzin
je vasthoudt
en voor liefde
met goud
een antwoord
bouwt Si el solse casacon la luna,la lunase casacon el solEntonces veráun solen la lunay'una lunaen un solLa'alegrÃa es honestaHonesto es [el] corazónNuestros corazones son unoNuestros corazones son dosTodo depende en ti, tu y diosblijft open
voor de leegte
die het vult
Het hart blijft open
voor het huwelijk
dat ooit begon
aan dat
wat het niet weten kon
Het hart blijft open
als de mond van een oceaan
dat in liefde berustzo,dat het zoenen zoeter kust If the sunmarriesthe moon,the moonmarriesthe sunThen itwould seea sunin the moonand a moonin a sunThe joy is honestHonest is the heartOur heart is oneOur hearts are twoIt all dependsOn God,you andyou
De flesgaat open, maar er zit geen spa blauw in. Al ergert het zich aan de dag, 's morgens is het aan 't lachen dat de maan een regenboog laat zien. Het gloren blijkt met dag en dauw de laarzen te belichten waar het in een klont modder trapt.In klompen giert het 't uit, nu het droog en wel de laarzen door de modder rolt. Op hun beurt lacht het om de laarzen, want als er iets is dat het lekker vindt, is het dat.Apelazarus door het voelen stopt 't. 'Ga heen' roept het naar de mist die er hangt. 'Rol Uw gordijn open'.Er gebeurt niets. Met een diepe zucht reikt een hand de mist aan en rolt het als een Gordyn opzij. Wat 't daar ziet is dat wat het niet achter een gordijn zou kunnen bedenken te zien, dus stapt het erin en verdwijnt.
Stars are litby a small one
upon a chair
It falls off
and the fire in it's hand
goes out during
the journey down
It gets itself ready
to climb back up
and takes a match
to light up tiny dots
Stars fall down
but the light of their sun
never diminishes
for seeing these little lights
a light lits up
in a heart
where even in darkness
it falls in love with itself
Liefdeis persoonlijkniets persoonlijksen een grapzal het halenuit het hoofdom waar het hart lachtlacht de ruimteom 't hartdat in de ruimtelacht
In beslag genomen
00:00
|
In beslag genomen Bij de douane voedsel, mama een Game Boy en ik door de dood. In beslag genomen. Voor het gebeurt betoverd en wanneer het is, zonder teruggave. Het leven in ruil voor... houdt me bezig met een fascinatie voor wat? Wat ik geeneens weet, als ik eerlijk ben. Het onderwerp dan, laat me niet met rust. Niet zonder reden, want het ik-wil virus gaat er niet goed op. Tuurlijk, ergens kan je er ook een verlangen in zien. Wat maakt dat het de ik-wil varieert. Al is het anders. Van al het willen is er niets dat verlangens zo om zeep helpt als de dood. Het gaat niet om een doodswens zoals je mis kan vatten. Het is geen suïcide wat mij hiertoe brengt. Er is niets tegen het leven. Met respect naar onwil, walg, wenen enzovoort. Mits het enig onderscheid maakt tussen lichaam en geest. Waar ik een heel verhaal van kan maken maar niet doe. Omwille de dood in te duiken. Te zinken in gedachten. Het heeft mij, dit tegengif. Wat heeft het ook voor zin, wanneer de dood er in een zucht een einde aan maakt? Hoe vaak heb je je wensen nog te vervullen om te zien dat er niets is dat geeft wat je wil? Het zijn gedachten die je aanhaalt, geen op zichzelf staande feiten. Lekker knagen op zintuigelijk genot, lust ongeremd en je verleiden? Mij niet gezien. Van seks tot de boterham die je eet, er blijft niets van bewaard. Het is toch een keer helder? Vast niet. Maar wat voor mij soort van vaststaat is de dood. Met angst wat er aan vooraf gaat. En dat is kicken. Net als een zijweg van het gebaande pad inslaan, schijn tevoorschijn toverend. Zo geen weg te bekennen is. Weg pad of acht het padloos, zo je wil. Waarom luidt de norm niet, dat ondanks het geen makkelijk onderwerp hoeft te zijn en de angst te groot, het deugd is om er door te worden gegrepen? Lieve mensen, het is niet ongedaan te maken. Het is definitief en zal geen genade hebben met wat er aan vooraf gaat. Hoeveel poen je hebt, wat je aan liefde voelt en wie je bent, het maakt er gehakt van. Het is mij normaal zo'n middel te gebruiken wanneer 'ik wil' de kop opsteekt. Bedenk je eens, wat voor impact heeft onze wil? Niet per se de 'goede' daden, waar over valt te twisten of het deugd. Vooral bij wat schaadt is het mij duidelijk die gehele wil onderuit te schoffelen met dit ene idee. Om andere ideeën aan te pakken. Misschien opgevallen dat ons denken ook maar een stroom lucht is, gebakken? Dat wie we denken te zijn op basis is van verschijnsel? Er zijn in het geheel geen verlangens. Door met elkaar om te gaan houden we de illusie in stand. Bevestigen we schijn. Hakken we het er bij elkaar in dat dingen echt zijn. Van jongs af aan labelen we de wereld in en om ons heen. Nog niet bewust van dat het projecties zijn. Ideeën. Versus de heilige overtuiging dat wat we ervaren honderd procent waterdicht is. En met geen argument te weerleggen. Als de dood kan lachen, heeft het zich dood te lachen. Een eeuw verstrijkt in een bubbel van ik ben iemand, moet dit en wil dat. Mocht je het in een paar woorden omschrijven. Keer op keer hetzelfde. Van A naar B. Vanuit de persoon bekeken dan. Wie vat de humor niet hoe we als mens de grote lijnen niet zien? Alsmaar in de weer met delen van. Maar niet het geheel. Van boterham naar boterham, met tijdelijk geld en dan het zelfbeeld. Die betoverende dunk. Met allerlei verlangens wat we ons wijsmaken. Van wat je wilt worden tot hoe zie ik er uit ten opzichte van anderen. Die op hun beurt ook vallen voor de truc. Want ook dit is het. Een eeuwenoud fenomeen. De persona. Ofwel het masker. Het wordt zo onderhouden dat ik me afvraag waar de interesse is om achter de vermomming huis te houden. Waar ik om lach. Zo ik ook bezig was met het weggegooide geld van wie ik dacht te zijn. Hoe in vredesnaam zien we niet dat er op een gegeven moment niets van ons overblijft? Hoe dit in verband ligt met wat het leven dan voorstelt? Wat er qua techniek mogelijk is en aan uitvindingen wordt gedaan tot alledaagse intelligentie en dan nog lopen we dag in, dag uit met een of ander vaak amper onderzocht idee, wat we voor waar aannemen. Stront onderzoeken doen we wel. Krijgen we zelfs voor betaalt. Maar wie het is die stront onderzoekt? Dit gaat te ver, ofzo? Is niet interessant? Misschien gaat het onbewust. Om het in die hoek te gooien. Dan ben je er niet vanaf, noch dat het iets verklaart. Maar zoals met alles wat je werkelijk wil weten, je zal het nooit weten. Het willen weten laat me ook met rust. Waarom zal je, zo je ziet dat er geen snars klopt van ons als mens? Om in de kern te beginnen, een 'ik' komt maar eens met een ondoordringbaar argument dat het bestaat, dan praten we verder. Zo lang de onderste rij kaarten er niet is, flikkert alles wat we er op baseren in elkaar. Wat vóór de dood al lachwekkend is.
Bedenk
hoe dit in verhouding staat tot ná. Ik liet mij ooit vertellen niet zo na te denken. Zelf dacht ik weleens dat het onmogelijk is om zo over de dood te peinzen. Maar eh, ik heb het mis. Diepe contemplatie schrikt misschien af. Het geldt niet voor iedereen. Johannes van het kruis diens
vertelt hoe het grootste deel een doordrenkende contemplatie beslaat. Het woord komt maar liefst honderdveertien keer in zijn gelijknamige boek voor. Het gaat om een penetrerende beschouwing, bespiegeling en meditatie. Een vergeten werkje voor het noodzakelijke rekenwerk. De som welke wiskunde niet wist, te wissen. Ondanks dat we wiskunde wiskunde zijn gaan noemen. Wat niet van wissen komt. Maar los daarvan een prima term is om te beschrijven waar Einstein het over had en wat men in alchemie nigredo noemt. Om maar een brug te bieden naar dat het overlapt. Vergezocht
is zien dat alles illusie is. Hoewel het al eeuwen rond gaat. Alles is maya, illusie, zeggen we dan. Dus ook dat alles illusie is. Wat vóór de dood al lach kan wekken. 'Ná de dood' veronderstelt dat illusie, het leven en wie dan ook er gans geeneens toe doet. Wat vóór de dood niet hetzelfde hoeft te zijn. In andere woorden lach je door de lijnen lezend. Maar lach je dubbel zo het wegvalt in wat niet te wenden is. p.s. niet dat het onwaarschijnlijk is dat alles geen illusie is en daardoor waar. Hoef je ook niet ver voor te zoeken. Zet een vraagteken achter wie dan ook en wees eerlijk. Het is overdenken, wat mogelijk maakt om afstand te houden tot het grijpen naar genot. Net als gevoel gadeslaan in verhouding tot nalopen. Waarbij je op kan merken dat we ons over het algemeen weinig tot nadenken zetten. We ons vooral richten op hoe verzadig ik... tot je ziet dat er nooit de verzadiging zal zijn waar je naar op zoek was. Wat mij gedeisd houd en niet bezig met wereldse zaken. Al is het idee van eeuwige rust ook materialistisch. In dat het materie is waar ik het over heb. Wat laat zien dat wie wat ook zegt... Vooral deze rare vogel, wie zo hamert op de dood zonder hamer in handen. Wie met tegenstrijdigheden strooit alsof het pepernoten zijn. Het dubieuze in handen neemt als uitlaatklep voor de golflengte, waar het zich eerder mee dacht te mengen. Zij het tijdens school, werk en het sociale. Voor wie ziet dat verlangens niet geven wat je wilt, kan de dood helpen. Waar verlangens ons in actie zetten, is het na wijlen andersom. Mits je het eerder genoemde onderscheidt maakt. Wat verschilt met suïcide. Waar je wel in actie wil komen. Ondanks dat het niet nodig is. Zo het misverstand niet helder is en we ons van kant denken te maken. Pech voor de zelfmoordenaar. Want ja, het idee dat je van shit af bent en dus niet meer door drek hoeft, zal je dan niet wanen. Maar hee, er was geen zelf, om mee te beginnen. Wat dan weer mazzel is, al zeg ik... zelf. Afgezien van dat de meesten hier misschien anders over denken. Liever een stuk verdriet met daarin jezelf, dan zien dat het geen feiten zijn waar we het over hebben? Met alle respect naar de melancholische, zwartkijkende nihilist. Zo ik niets tegen rauwe gevoelens heb. Van onderuithalende angst tot rug tegen de muur duwende verlamming en woede witheet. Welke maskeert. Achter boosheid zit namelijk een bange poepert. Des te groter de persoon, des te groter de vermomming om vrees te vergeten. Zekerheid om het onzekere te veinzen. Mocht het te vergelijken zijn. Wat niet zo is. Wijl in grillen een kans zit, welke niet te vinden is als het leven op rolletjes gaat. Wat iemand over depressie zei, is dat het ego op het punt staat te sterven. Waar we gevoel en denken door hebben te drenken, is niet waar we onze aard tonen. Meestal en onbewust speelt angst een grote rol. Het is valide, maar we zijn knettergek als je het mij vraagt. Ik zal ook geen meelij hebben met wie als senior nog denkt een of ander persoon te zijn. Dat ik je met rust laat, ja. Maar niet zonder voor mijzelf al lachende en zo nodig met traan onze onweet op te merken. Wat eerder een stopwoord is, dan dat het iets verklaart. Wat in het begin bij zulke begrippen niet helder hoeft te zijn. Net als 'werk aan jezelf', 'je leert je hele leven' en 'live the life you love, love the life... toe, bijt. Wees overtuigd. Doe alsof het zo is. Wijsheid van de hoogste plank. Excusez, maar dit gaat niet. Zoek het uit. Zet er een vraagteken achter en wees kritisch. Wat heeft de dood aan je? Niets. Noch aan je door kennis vergaarde wijsheid. Of anders, wat heb ik waar dan ook aan, wanneer de dood mij in beslag neemt? Welke ervaring, welk gevoel, wat voor iets tijdens het leven is van toepassing op er na? Neem de toekomst. Daar gaan we weleens goed op. Zolang deze niet het totaal plaatje schetst. Als een soort sprookje met eind goed al goed. Waar we als speen op sabbelen. We verzinnen morgen, want? Het hier en nu kunnen we niet aan? Heden geeft ons niet wat we willen en we willen. Wat nu juist in de weg staat om in het heden te leven. In het kort, hoe ziet onze toekomst er werkelijk uit? Precies, geen genade. Wat een inzicht is waarin vrede schuilt. Voor wie door de bogus ziet. Liever in beslag genomen worden door, dan dood gaan zonder er door in beslag te zijn genomen. Al in beslag genomen zijnde door het leven. Wat uiteindelijk door de douane des doods en moeder der destructie geen vervolg zal kennen. Weergegeven vanuit een toch al niet bestaande ik. Ik? Ik heb niets aan te geven, noch een Game Boy voor mams. Ik laat mij in beslag nemen, door wat ik niet weet. [lachen]
|
Ken jezelf
00:00
|
Je hebt het over 'jou', als in mij. Afgezien dat ik niet eens weet wie ik werkelijk ben, hoe moet ik weten wie die 'jou' is? We vertalen ik ben ik en jij jij continu, wijl niemand vertelt hoe de vork in de steel zit. Dat we klakkeloos van jou mij maken en vice versa. Los daarvan, hoe kan ik vanuit jouw ogen kijken? Weten wat jouw versie van 'mij' betreft? Ja, de woorden die we wisselen komen overeen. We doen alsof we ons begrijpen. Net als wanneer het stil is. In vrede met elkaar. Niets is minder waar. Het zijn trucjes, that's all. Ik heb mijzelf nooit gezien zoals jij mij ziet, qua zicht op zich. Kan ook niet, tenzij ik een out of body overkom, in alle bovennatuurlijkheid. Een spiegel telt niet, die draait de boel om. Plus, het is een reflectie vanuit mij bekeken. Wat jij ziet, met jouw kleur en achtergrond, hoe moet ik dit weten? Al deel je mij dit, waarbij ik dan knik of schud, het is niet de weg. Omwille waarheid is begrip geen eindpunt. Hoe we er ook mee opgroeien en het onderwijs er goed op gaat. Wat niet voor niets onderwijs is, niet wijs. Wie we zijn is eerder wie we kennen. Het zijn de woorden die we er aan geven. Beginnende met een ik, als middelpunt, 'ben' dit of dat. Wijl inzoomen mij zegt dat we het hebben over wat we kennen. Woorden, het intellect en bijvoorbeeld klank valt te begrijpen. Door er aandacht op te leggen tot het niet vreemd is. Eventueel als omschrijving van iets anders en hop, ik ken het. Weer wat geleerd. Ben ik het? Nee, ik ken het. We zijn toch met geen woord te beschrijven als we echt interesse tonen? Op een gegeven moment val je toch stil? Dit is wat mij gebeurt. Dan word ik sprakeloos. Krijg ik geen woord te pakken als het er om gaat. Er zijn genoeg woorden, dat wel. Maar geen bruikbare. Ze leken bruikbaar, maar bleken mij niet te kunnen vormen. Waarom zal je? Dingen die komen, gaan en zo glad zijn als... wie identificeert zich met taal? In het geheel dan, niet wanneer je bij de paspoort controle staat. Als je voldoende bezint is er geen wie begint. In het spreekwoord staat ook nergens dat na het bezinnen, we ergens aan beginnen. Het kan, denkbeeldig. Er zijn aannames zat, men is vol van veronderstelling en er is genoeg waarvan je denkt dat het zo is. Vogel het uit en zie erdoorheen. De praktijk is op school al schaars, met reden. Van jongs af aan opkijken naar 'de realiteit' is gebruikelijk. Na bepaalde mate van leven is er geen werkelijkheid te vinden. Vraagtekens, misschien. Maar een zo is het en niet anders komt iedereen toch eens de strot uit? Iets kennen is één, maar het zijn, mh. Die vergissing heb ik genoeg gemaakt. Ik zie het worden gemaakt. Maar ik kan er niets aan doen. Het is niet zoals de Sint, wat we op een gegeven moment verklappen. Het is hardnekkig, maar ergens goed in de war om telkens in ik ben huppeldepup te eindigen. Wat niet zo is. Al mag het lijken. Wanneer ik mijzelf vraag wie die 'ik' is, hoe ver kom ik dan? Wat moet ik zeggen? We verwarren ons continu met het lichaam. Al is niemand elk moment bewust van: ik ben mijn ogen, voeten, bloedvaten, hartklopping, stoelgang, lever en de stront die ik maak. Noch wat ik zie, voel en hoor. Of het verleden wat ik opsom: ik heb dit gedaan, dat meegemaakt, mijzelf A genoemd, B overwonnen, zus bereikt, zo ervaren. Zie het als stront en spoel zo'n theorie, want dit is het, door. Nu beschreef ik een lijstje wat in verhouding- vraag het aan je buurman, ouders en vriend of vriendin. Er is een kans dat er een - ik? Ben dit. Dit? Ben ik - uitrolt. Een vicieuze cirkel, welke frappant genoeg niet zo wordt herkend. Nee, als we ons maar in het lichaam herkennen en dit op anderen toepassen, dan blijft onze benepen bajes bestaan. Kunnen we met povere praat prutsen tot aan de dood. Mijn verbazing was er, maar opmerkende hoe we ons over het algemeen gedragen, neem ik afstand. Wie is de tredmolen niet bewust? Leest elke dag de krant en voegt zich naar anderen? Het is geen goed of slecht. Dit staat er los van. Wanneer er realisatie is of niet, gaat niemand over. Dit kan je niet leren door te lezen, noch voor streven. Je kan je verrijken met wat naar mysterie wijst, maar het garandeert niets. Je kan ook op de bank naar een soap staren. In het geheel gezien is beide geen probleem. Maar zit je niet stil, denkende een doener te zijn? Doe deugd. Aan de ene kant zijn de woorden die ik gebruik ook trucjes om er zo min mogelijk doeken om te winden. Een poging, tenminste. En het blijven doeken. Ik kan het in taal niet anders brengen dan met taal. Dit is hoe we met elkaar communiceren. Wat je beperkt mag vinden. Vandaar dat stiltes zo aannemelijk kunnen zijn. Elkaar met rust laten. Geen ik jij wij gedoe. Ken jezelf ken de pot op. Wees jezelf is ook maar waas, vanuit een bepaalde hoek bekeken. Heeft ook geen zin om er in te geloven, in dingen die er niet zijn. Wat er wel is? Vraag het je af. Misschien geef je het ten goede op, zoals mij. Komt er misschien een rust voor in de plaats. Een goh, waar heb ik het over? En waar had jij het over? Mij? Wat wil je nu, werkelijk? Mij in ieder geval niet, dat kan ik je zo zeggen. Al heeft dit ook te maken met dat je nooit zal weten wie ik ben. Net als ikzelf. Zowel wiens zelf dan ook. Dus wie ken je opzij en wie ben je? Een jij? Wat in taal vertaald een van de biljoenen ikken op aarde betreft? Er is net beschreven hoe futiel onze fata morgana is. Blijf dus vragen wie, wie en nog eens wie? Op een gegeven moment kan het zijn dat je het ziet. Dat dit gewoon tekentjes zijn op het scherm, kronkels in een boek en een klank om naar te luisteren, niet om er belang in te zien. Onthechten? Het is wellicht wenne, maar dit kenne en wie we benne ken het wegpenne wat het wil, het is er liever voor renne. We zijn zo graag benne, wijl we onszelf ermee ontkenne. Dus, wie is als het ware en wie het ware erkenne? |
Zie de waan
Sinterklarie
00:00
00:00
|
schijnt in zijn dromen. Onder mijter, achter baard. Eerlijk avondje is gekomen. Avondje van ene Klaas. Voor ons liegen, wat apart. Wees echt Sint en volhard. Voor ons liegen, wat apart. Wees echt Sint en volhard. |


