|
Er is geen wie. Dit verzin je. Het zijn maar verschijnselen, die gedachten. Over een oplossing gesproken om met irreële gedachten om te gaan, wat ergens alle gedachten betreft, is dit er een. Maar ja, dat betekent alles opgeven. Alles er voor over hebben. The good, the bad and the ugly gaan overboord. Stelletje angsthazen, wij mensen. Als angst op vreugde begint te lijken en (ook) vreugde geen houvast biedt, hoe fijn is dit? Kan je het leven nog zo ellendig vinden, met één andere kijk er op is er geen leven noch ellende. Ah ja, voor wie is zo'n truc te min? Wie grijpt liever naar geloof, alsof het alcohol is? Want wat ik nu schrijf kent geen doel, wil niet overtuigen en kan het zien als tegengif. Voor het jarenlange opdoen aan kennis. Waar je klaar mee kan zijn. Krant na krant vertelt grofweg hetzelfde, op min of meer gelijke manier. Zo'n rijkdom aan woordkunst ter beschikking, maar wat doen we? Van A naar B. We willen zelf ervaren wat ik achter me laat. Terecht. Het is iedereen gegund. Ik ben net zo hardleers. Blijkbaar dient er aan het eind van het leven nog steeds beleeft te worden, hoe werelds het wereldse is. Kan niemand iets aan doen. Jank, lach, maar knipoog omdat het geeneens waar is. Wie ergens nog geraakt wordt, mag dankbaar zijn. Dat dit geen norm is, zonde. Het zijn maar letters, eh? Draai het om en je kunt het geeneens lezen. Zo gehecht kan het aan woorden zijn. Krampachtig grijpen met die onzichtbare aandacht van ons, in dingen die net zo onzichtbaar zijn. Hier nog in geloven ook? Kom op. Zoals een Dalai Lama zei, creëer je je eigen lijden en naast dat er niet eens echt een 'je' is, die iets creëert, zijn dit maar ideeën. Om wat is aangeleerd een schop onder de kont te geven. Als kennis niet knelt, ga gerust door met het riedeltje. Als begint te dagen dat alle kennis per definitie knelbaar is... Duizenden jaren geleden werd niet voor niets (of juist wel, het is net hoe je het bekijkt) over Advaita Vedante gesproken. Het einde der kennis. Wat er geen einde aan maakt, tenzij je het geloof er in lost. Het denken wil gewoon denken, zoals een hart wil kloppen. Net als je de geest laat geesten, aldus Hans Laurentius. Letterlijk van de praatjesmaker afkomen gaat niet, al kan er weleens een verlangen zijn naar. Maar wat een opluchting als er geen geloof in nodig is. Geen geloof in leven, in wie je bent of denkt te zijn. Er kan vrijuit worden gedacht, maar het stelt de realiteit niet (meer) voor. Hoe heerlijk. Maar nee, de mens is het enige organisme wat meer dan strikt noodzakelijk een beeld vormt wat het geheel verdeelt, waaronder het zichzelf acht. Wat nergens te vinden is, als je goed kijkt. Och, hoe verwarrend is een zelfbeeld van vroeger, in verhouding tot hoe het er nu een draai aan geeft? Net zo, aan de ene kant. Gezien van verwarring al sprake is als je denkt, aldus Lao Tzu. Al kan het anders voelen. Verademend, rustiger en als verlichting. Letterlijk dan, en niet als een of andere zweverige term. Welke toch niet te vertalen valt. Het ego is ook maar een werkhypothese, net als de ziel en je zelfbeeld. Door dat te zien als wel manieren om dit bloot te leggen, blijven dit sleutels die je uiteindelijk ook overboord blijft gooien. Zelfonderzoek is voor het leven, zal je zeggen. Maar dit vervolgens niet onderzoeken slaat de plank mis. In andere woorden, hoe kan taal met alle beperking van dien hetgeen onbeperkt beschrijven? Genoeg aan een koan? Tuurlijk niet, maar het einde der kennis zal het einde der kennis niet zijn, als ook hier geen einde aan wordt gebreid. Voor nu. |
