Wat is er mis met

niets doen?

Als je niks mag schrijven, zit er toch wat dwars. Waarom niet nu, denk ik bij mijzelf. Nou, er is een soort doe-maar-niets. Een leg-de-rug-te-rusten. En verder niets... ja, dan ga ik denken. Maal ik gedachten als kruiden in een vijzel, graan tussen steen en hee, is de grote teen de enige plek waar angst niet kruipt. Zo bloed kruipt waar het niet kruipen kan. Al lijkt er bloed te zijn in me teen, het is óók niet me teen, noch meteen dat het gevoel er in woelt. Was het gewoon niet bewust, zie, zo vloeit emotie ook door de grote teen. Al is het een idee, teen of geen teen. Net als tè teen, tè vreden en tè huis. Teevrumdilli. Free Willy en bevrijd mij van mijzelf, voor waar ik stuk in lig. O, de rug, nou, die is bijna opgeladen voor het volgende. Wie heet ik-eet-brood-op?