Pilio


zegt dat

dagen niet veranderen,

gemoed in herhaling is gevallen,

doch kleine nuances de boel luchtig maken

Als 't naar de lucht kijkt schijnen dingen voorbij te varen,

maar als 't naar binnen voelt komt angst de strot uit,

net zoals verbeten woede, haat en rancune.

Een wrok die wraak wil op idioot geloof in alles,

dat jarenlang, net als Sint, niet is onderzocht.

Ach, 't gedrocht heeft niets te klagen, dat is zo.

Zo is er geen klacht, maar doet het er zich één voor,

zoals door het masker dat 't draagt heen valt te kijken.

     Wie maakt muren als dijken

     om voor het geslacht te wijken,

     voor het tegeltje dat zo breekt

en zit als lijken

     om niet voor angst te bezwijken?