Dan zit het hier
en nu
met beide benen
op de grond
en op de mond
gevallen
Hier en nu
als Jo, dit of dat?
Nu of nooit?
Wie is het
die alles overboord
gooit?
Niet meer klooit
en zich tot het bot
ontbloot?
Dat zelfs de dood
schrikt
van het ware gezicht?
Niet van het gewicht
door alle zorgen
Wel hoe licht
niet morgen
maar nu
zich openbaart
Zo fel als de hel
Zodat het zorgen klaart
Want is 't het waard
om nu als Jo,
dat of dit,
te doen alsof
het zit?
Te doen alsof
het trouw is?
Om een woord
dat geen goud
inhoud?
Houd maar in wat het wil zeggen
Over de heggen van de buurt
is het de waarheid die langer duurt
dan dit leugen
Waarvan het de oorsprong
niet kan heugen
noch dat het er toe doet
Wie
O wie
ont
moet?