De hang en de dood

Het is zij waar het op zit eerder dan dat er een hij is, die ergens op staat. Het stervende verlangen dat in stand wordt gehouden door het verlangen om te sterven, is opgehangen. Naast wat net zo geen doel dient. Waar zij, al op zittende, niet achter staat.
Het is op kant gekanteld. Niet om van bil te gaan, maar van te wisselen. Nergens van uit te gaan. Kant van kant te maken. Schopenhauer te schoppen. Nietzsche te nieten. Te zien hoe liefde naar kennis hangt, naast de hang en de dood als wel verlangen an sich. Één pot nat. Of Christus, al hangende, dood.
Het snapt er geen snars van. Een hangend kruis, als kruis hangende, aan het kruis hangende? Net zo van wat er onder gras groeit, hoe zuur verzuurt en asbak, ofwel urn. Dansje dan maar? De dood kriebelt. Al is het niet dodelijk, de kriebel. Noch dat het zich dood kan lachen.
De hangende dood. Het kan er geen genoeg van krijgen. Tenzij het waar lijkt te worden. Wat voor schijnt te komen en wat om onderzoek vraagt. Wat zo gek niet is. Even zien, van alle gedachten... nee, geen één haalt de finish. De titel 'Nut'. Noch dat een titel echt nuttig is. Laat staan mee te nemen in het graf.
Met een zucht ziet het als glas helder, hoe het net zo niet gedacht hoeft te worden. Wat veronderstelt dat er geen zeggenschap is over denken, anders zal het toch... al is dit ongrijpbaar voor wie niet to the point komt. Kom op, wees oneerlijk. Gedachten zijn zo fijn, zo lekker, zo... nee. Van al wat er voorbij raast wordt de haast waarmee het racet, in het hokje 'verbaasd' geplaatst. Neem hier voorbeeld aan, want andersom is er kans dat het van alles moet, eer het sterft. Buckets to puke lists in, if you ask me. Wellicht is dit te aanschouwen voor hoe zinloos het bestaan ook kan zijn. Zo gehecht kan het zijn aan eigen stront, dat het niet doorziet wat er na deze zin verschijnt. Wanneer het zich vult met... vul maar in, daar zijn we goed in, toch?
Kennis geeft dat verleden tijd verleden tijd is. Dat het toekomst verbeeldt. Net als wat er nu wordt gedacht, op een prullenbak wacht. Het kan boodschappen en andere 'praktische' info erbij mikken, voor wie niet angstig is om naar de onderliggende noemer te kijken. Na de laatste adem is er niet één ding in het leven wat voor de dood een stokje steekt. Geen hap houdt lichaam levend, zo het tijdelijk stilt. Geen lucht maakt leven eeuwig en leven is niet echt 'prana', hoe goddelijk Sanskriet ook mag zijn. Dus doodt het. Tijd. Verblijft het met hoofd onder water. Tot het boven drijft. Dood. In gedachten. Wat we als zinloos kunnen achten.
Zo er geen overeenkomst is tussen in en uitvoer, voert het. Eet het ziekte. Hoort het nagels krassen. Slaat het hersens indenkend. Kijkt het Auschwitz, behind the scenes. Wanneer de knop om is, er geen waarheid te vinden valt, is niets onmogelijk. Al is ons denken vrij beperkt, laat staan dat het echt voedt. Het is niet waar. Het is schijn. Onzin. Zo kan het de ergste dingen denken. No harm done. Iedereen kent het. Grens verleggen. Helaas pindakaas ook onderling, wat een Meester Visser verhaal kan vormen.
Zo is er van onderscheid tussen lichaam en geest opmerkelijk weinig. Dan is het gedachte wat zich uit. Wanneer het duidelijk is dat dit niet gaat, afstand. Begrens jezelf, maar laat 'lastige' buur. Stoor je aan gedachten en worstel met gevoel. Laat de ander met rust. Als iets echt niet gaat, vraag. Niet doen alsof je het weet. Wat mag, met alle gevolg van dien. Misschien helpt het om verlangen van medicijn te voorzien. Geen pil, pils en peuk. De jeuk, kriebel en het gegiebel van de hang, en de dood.