Partij in strijd

Stemmen zijn geteld. Zoals altijd doen we alsof het weegt. Alsof we de doener zijn en invloed op van alles. Nadenken, daar is de partij niet voor. Verantwoordelijkheid wanen, leugens lappen en aansporen tot ‘je stem’ uitbrengen. Ik kan er anders geen horen. Hokje vullen volstaat toch niet aan het vermogen van lichaamseigen instrument?
Het podium voorziet miljoenen. Hoorbaar. Hier. Nu. Met hoop is het de vraag of en wat dit te weeg brengt. Laat staan voor wie. Dit wordt niet onderzocht. Het vlakke denken is tevree als herkenning de kop opsteekt. Met keuzes, vrije wil en bevestiging van schijn. Heilig? Heil hondenstront. Zo heilig, zelfs met een zak pak je het niet op. Kak wat geen aandacht krijgt, zo onaantastbaar lost het op. Daar kan heiligdom een voorbeeld aan nemen. Of juist niet, want aannemen is zonde.
Ja en amen is makkelijk. Wie het moeilijke niet eert, is het niet weerd. Wie de stemmen telt houdt een wortel voor het peerd. Is wie waarheid de rug toekeert. Laat het in de Kamer komen. Wat waar is. Regel satsang. Laat het Wilders zijn, wie naar binnen keert. Rutte geweten niet dutte. Pech be told. Ouwehand, pak de hand, gum en wis jezelf. Laat ‘wie ben ik?’ alle hoeken van de Kamer zien. Ga Klavertje zoeken. Vier. Vier vandaag omdat morgen niet bestaat. Halsema, doe Anandamayi Ma na. Lees een goed boek. Meesterwerk. Zorg wie leidt, zich aan waarheid wijdt. Niet autoritair zijt. Noch half werk levert. Niet zevert over kiezen. Geen tijd 'heeft', zo het niet kan verliezen. Noch winnen van wie dan ook. Wedstrijd? Bestrijd jezelf. Wat men vreemd zijt. Naar buiten richten, schieten en kwak al kwekkende quick in de mik van wie?    zijn geteld. Wie hoort ze? Ik nie. De mond zit vol met wat wat, niet wie. Stop met kijken, zie.