is meer fout dan meervoud. Los niet in staat om het alleen af te kunnen, vormt het we. Niet echt, want elk deel ervan ziet we vanuit een andere hoek. Ondanks het 'delen' van letters, een klank die overeenkomt en het zwijgen wat toe schijnt te geven. Niet altijd, eh? Soms knaagt het. Dan heeft de ander maar eens niet voor je op te komen. Volwassen volk? Het is verbazing achter zich laten, want anders blijft het verbazen. Neem het niet voor de ander op, ongevraagd. Uitzondering, ok. Kreng? Je noemt mijn moeder geen kreng! Dit is op leeftijd, voor alle duidelijkheid. Om een belediging mag je dankbaar zijn, gaat er niet in. Al liegt het wat moedertje stout hier vooraf aan liet gaan er niet om. Het uiterlijk beoordelen zonder de afkerende kaft open te slaan. Te vragen hoe het komt dat haar war toont. De buitenkant lijkt dan de binnenkant te beschrijven. Zelf weten. Misschien is de wind waaien wijl het fietst en staat er geen spiegel langs de weg, dat het bos kan boeien, eh? Dat een strenge en onderzoekende blik tijdens stilte wat valt niet betekent dat het verstandelijk gehandicapt… wie verzint zoiets? Wie tast niet door angst, maar vertaalt dit tot raaskal? Wanneer het zich dan niet beledigd voelt, de bal terugkaatst met een woord in verhouding tot zinnen als 'ze missen je bij gehandicaptenzorg, avondklok luidt, tijd om terug te gaan', zijn rapen gaar. Kreng? Als een ander inspringt wijl het niet omgaat met wat eigenlijk kadootjes zijn, is er geen genade. Wie moeilijk doet bevat vondst, voor in wie steun door het hoofd gonst. Als het kwartje valt is het zoiets als toneel schouwen. Geeft het ook aan. Het is de poppenkast zat, miss interpretatie. Ze hoort het niet. De neus bloed. Haar moeder is gekwetst, denkt ze. Niet in staat geen partij te vormen, is het we. Meer fout. Dit is ook fout. Het invullen van. Wat andersom... wie trekt de grens? Wie draait zich om en zoekt het uit? Laat politie met rust? Bange poeperts als we zijn, in meervoud. Meer fout om na tientallen jaren nog een papa mama aan de broek te trekken bij angst. Welke irreëel de das om doet. De mond valt niet open. Deze staat nog open van waar het doorgaans open van kan vallen. Niet in staat om open en bloot het gesprek in te duiken. Want spreken? Dit moet volgens regeltjes. Met fatsoen. Respect. Daar staan 'we' dan. Dan kan het niet om met hoe het leven komt. In volle onvolmaaktheid. Dan is er geen zinnig woord gewisseld. Ruzie gemaakt, dat wel. Waar het van kan genieten. Pech voor wie niet. Net zo er geen we is. Het is meer fout. |