Waan


Dat je in jezelf gelooft

moet jij weten

maar geloof niet in mij

Geloof niet in wanen

die zowel tranen als een grijns

toveren op je gezicht


Laat de ziekste angst

over aan hen die het men 

niet geloven

Zich niet verdoven

Zelfs niet aan 'hen'


Wie als drugs verslaafde 

dacht te zijn afgekickt

likt opnieuw de wonden 

van de zogenaamde dingen

Zolang het maar iets is

kan het zich verwennen

de angst verlengen

met elke zucht


Wie woont in welk gehucht, 

    stad of metropool?

Een dorp is voor de mongool

die 't vroeger was


De worp

Het wierp

en is geworden

wie het worden wou

Nou, is dat geen wonder?

Een heerlijk geschenk?

Of als ik me bedenk,

ben ik nu ongelukkig

en helemaal niet blij

met geld

een huis

en een ander

aan mijn zij?


Wie geeft alles op?

De macht?

De poen?

Het voelen,

vlees en bot?

Het doen alsof je zot,

bent?

Alsof je hot,

bent?

'Not',

bent?


Rijden op een vent

die de phallus ontwent

Die geen kik geeft

bij het gillen

bij het willen 

van de billen

voor het trillen de

geslacht


Wacht, het kan ook anders

Niet zoals de meeste doen

Maar met vuur zonder branders


De draak steken

met God

is het genot

voor de genietloze rot

in het vak

Oud en versleten

die het wel weet

maar als de vraag komt

niet kan zeggen

wie het in wezen is