Het plant

zaadje. Met oogsten is het er niet. Eet het als enige eerlijkheid welke gezamenlijk is besproken. Neus bloedt. Beeld vormt over hoe het wil dat het is. Wie een kind wil, dient rekening te houden met verrassing, resultaat wat los ligt en vrijheid. Welke ook zichzelf laat zijn. Het weet dat dit niet gaat. Anders zag de wereld er niet zo uit. Het is net zo ideaal als elke beperking die het oplegt van hoe het wil dat het is. Niet in staat om te leven met wat is. Het vult leegte. Vult vulva met fallus om angst niet onder ogen te komen. Vrijt. Doet alsof het vruchtbaarheid vaardig is, voortplantwaardig en zo aardig om descendent dat niet deugt te verdoezelen. Wie verdient het?
Om je probleem te vermenigvuldigen dient er een reden te zijn. Welke niemand nimmer heeft gehad. Het doet zichzelf niet zomaar in kwadraat. Wat men krijgt bij wie verstand ontgaat. Hoe hemels het groepseffect ook is. Het kind heeft er geen zegje in. Die is de troep ruimen. Gaat door het slijk.
Het is vies werk. Iemand moet het doen. Wanneer waar niet over na is gedacht komt, is het weg. Doch verrekent het met terugwerkende kracht. Drukt het op de feiten wie deze meed door hoe het nazaat smeedde. Zo het niet was voelen wat er onder lag. Eerlijk is het, voor wie anders door is spoelen, wat is gezaaid. Wie wil een ei kwijt? Geen kind zijt.