God

Waarom duurt het zo om U te vinden? Of ik weet wie U bent? Nee? Hoe kan ik dan weten wat ik zoek? Ik wil U, God, vinden maar als het betekent dat U me zult verslinden zonder te laten weten wie U bent, kan ik aan mijn vrinden niet vertellen hoe fijn en mysterieus U over mijn zijn heen bent gewalst. Jezus, nog aan toe. God, ik ben moe, van het zoeken naar U.

Snelt er een heilige ambulance? Om verkleed als God, in gedaante te verschijnen? Hoe is het dat U telkens weet te verdwijnen als ik U bijna te pakken heb? Rap ik oren lek? Of nep ik de oren, gek? Zit er een vlek op de spiegel die U mij heeft gegeven? Nog even, zegt U? Dan pakt U mij beet? Zonder dat ik het weet, wordt ik al genomen? Door U die in mijn stoutste dromen nergens te vinden is?

Mis ik U als ik U nooit heb kunnen zien? Mis ik kerst als het persen van brandnetels? Misschien kan ik U roepen. Keihard in mijzelf. Zodat niemand het hoort. Niemand zich stoort, maar U het wellicht voelt? Is dat wat U bedoelt?

Jottem jippie jeej. Zorgt U voor de slee als de sneeuw dit jaar valt? Dat zou geweldig zijn, maar ik zeg liever nee, voor het zitten op een ding dat me mee neemt over wit poeder. Groen gras. Gistende dranken. Over drugs kan ik janken. 't Bedanken. U trok me er doorheen? Of zeg ik nou iets geks? Was het een heks die het vandaag voelde staan? Voor het naar buiten wilde gaan?

God, neem mij mee, in Uw draaikolk. Vertolk voor anderen wat hen nodig acht, maar laat mij niet wacht, en, op Uw dolk die in de ribben de wonden dicht. Open de zonden om het licht toe te laten waar het niet schijnen kan. 

Schijnbaar, man? Is dat wat je bent? Dat het schijnt dat U een vent bent? Hoog in de hemel, die nergens bestaat? Of in het gedaante van wie dan ook? Nee? Dan in de ruimte, de stilte en het al? Of is dat weer zo'n trucje van mij om te voorkomen dat ik opzij, ga, voor U om te komen?

Als het orgasme in mijn dromen dat miljoenen cellen laat rellen over een ei? U bent geen klaarkomen? U bent wel duizend ejaculaties, dan wel niet meer? Hoe komt het dat ik me zeer doe aan U? 

Hallo, Jo? De jojo is gevallen, maar het touwtje hield het vast? Als een vrije val in ruimte met een parachute? Acuut dat ik moet verdwijnen? Om U te laten verschijnen? Zo het kwijnen kan verkleinen tot er niets meer over is? Tis een diss, die U wilt horen? Over mijzelf? Dat kan wel even duren, maar U blijft turen bij de buren tot ik schrijf wat U wilt horen over mijn oren die gruwelijk zijn?

Wie snottert en stottert als het liegt? Zoals nu? Met deze woorden? Die willen stoppen maar zoals het staat voor een golf ze niet kan houden? Waar zijn de knoppen van plezier? Het gaat te lang door, dat drinken en vertier? Moet ik zeewier eten? Dúla dúla dúlamán. Zoals de Ieren het plan hebben gehad om te muzikaliseren wat ze van U dachten te leren?

Wat een woorden, schat? Die potverdomde tyfus zooi. Wat is dit voor geklooi? Dit is niet mooi, niet lelijk en absurd? Moet ik gaan slapen in een yurt? Waar haal ik die vandaan? Nee, ik heb geen raket om naar de maan, te gaan. Voor U zal ik het proberen, al kost het mijn laatste cent. Al sterft het lichaam onderweg, dan is dat geen pech maar voor Uwe Heiligheid, die geen tijd nodig heeft om waarheid te voelen.

Verdomme, wat is het toch dat mensen hiermee bedoelen? Woelen de diertjes in de hoek van de woning? Waar het smult van de honing? Wie is de koning? Wie de prinses? Waar is de erwt onder mijn bed? Telkens als ik U denk te horen komt er een gedachte storen dat ik het niet weet maarja, weetje, het interessert mij geen reet wie U bent als U geen vent bent en U laat zien. Ik tel nu tot tien en ga stoppen met dit gedoe. Ik ben moe, ga naar bed of ik luister nog een lied over uit elkaar gaan en hoe het ziet dat alles is gelogen. Met name de ogen die gebogen over deze woorden lezen wat het denkt dat er staat.