Lang leve

de namaak liefde? Supermarkt relaties? Spaties tussen de woorden? Ik zal je vermoorden? Doe dan, ik daag je uit. Trek je mes tevoorschijn en snijd mij in tweeën. Laat mij vallen van de treeën van de trap of trek mijn hoofd eraf nadat we hebben gevreeën. Dan zie ik het niet komen, op het klare na.

Ga, en gooi wat in mijn beker. Maar laat het gif als je weet dat we met vermoorden niet bedoelen dat het lichaam om zeep dient te worden gebracht. Dat wat je ook verwacht het geen macht geeft over de realiteit. Tenzij je de realitijt verzint met een lange ij zoals tijd tikt op het klokje dat net als een vlokje, sneeuw, zo voorbij vliegt als een eeuw.

Voor wie wij werkelijk zijn kent geen begin noch eind, is sprakeloos en niet te vatten. Alle katten die hebben geleefd tellen niet op om te vertellen dat de aarde beeft als het denkt hoe wij er op lopen. Het is toch bezopen om te racen naar een finish die er niet is?

Wat is er mis met onze benen? Is onze moed verdwenen om naar achter te stappen in plaats van voor te dringen? Hingen we niet veel te veel aan elkaars lippen? Als kippen die het hok ingepropt zijn door onze eigen schuld? Als je al in verantwoordelijkheid gelooft, want het verdooft om te doen alsof... nee, dat lijkt tof, maar eindigt als de bof, mazelen en kankerverwekkend. Strekkend zucht de aap die het gedoe wel kent, die zijn mede apen niet na aapt maar ontwent. Misschien wat gaapt omdat het moe is van alle spelletjes die we met elkaar spelen.