| Van de bodem tot de top klom ik erop. Geen taal is ook taal. Amai, de vogel is ontvlogen aan de bogen langs de weg. Pech is voor vogels. G voor grondig. Volmondig zei 't ja, bli bli bli en bla bla bla. Geef de akker geen vork maar spatel het omhoog. Wikkel wasplant om je vuist. Een kerpel is onjuist. Duisternis vervlogen. Onder katten ogen. Al ik zei is gelogen. Voor wie zorgt na dit te hebben opgezogen om mijn spraak te mijden? Liever dat ik zinnen kwijtraak, dan dat ik ze maak en laat leiden naar zoals er hier geen zinnigheid aan valt te beleven. Nee, misleiden is wat het doet. Er woedt waanzin in het hoofd. Onthoofd bij wijze van spreken, om het hersenloze ook echt aan hersens te lozen. Anders is het nog niet hersenloos. Ongekozen spelen scenario's in het leven zich af. Als ik iemand was, koos ik niet voor de straf om in het brein te zitten. In de bajes waar de analyticus van alles van oordeel voorziet, achter tralies van zogeheten 'realiteit'. Tot mijn spijt is dat dan wat het de wereld noemt. Al het ego opnoemt, trap er niet in. Het is beroemd om het creatieve vermogen dat net zo berucht is om weloverwogen, als in onweet, iets dat het eruit smeet, voor waar te houden. Niets is ontvlogen, er zijn geen bogen en amai, taal voorbij is er geen bodem noch top. Dus, wie klom waar op? |
