Voor waarheid

doe ik zwijgen. Dreigen dromen niet uit te komen. Ontkomen idealen confrontatie niet met de onbewezen wezen waan, die ik ben begaan, of het me nou wel of niet zint, ik prik lek in welke bubbel ik mij bevind. Of 't nou de overtuiging is van 'kind', of het 'feit' van een zon. Het is waar 'n luchtballon me oplicht, zo 't leegte is hagen, lucht 't gewicht doet dragen en de inhoud vragen inspireert, waaronder welk doel 't leven heeft wanneer géén de boel geeft wat 't zo graag hebben wil. Nee, gevoel is waar ik laas aan til als het om geluk gaat. Leven is waar tang varken slaat als je begrijpt wat ik bedoel. Voor wie ziet de modderpoel van gedachten waarin het vast is gezogen? Wachtend op regen. Op pijpenstelen die plegen de droom weg te vegen. Twijfel, is zegen. Remedie tegen pijn dat veelbewogen laat zuchten. Al is gelogen. Pogen te vluchten is me niet afgegaan, dus ben ik gevlogen naar de maan zit ik te fantaseren om 'm te smeren onder hemeldak heb ik lak aan idealen. In geloven zal ik falen. Ik kan me leven niet bepalen. Na mijn bestaan neer te halen resten slechts verhalen zoals kannibalen 'zichzelf opeten' of de vraag; wanneer ga ik bakzeil halen om wie ik ben voor het verdwalen in de persoonlijkheid zelve die ik heb laten bedelven onder de kwalen die gepaard gaan met me voordoen als... ?