Het scheelt een haartje
Maar ik ben lelijk
Een lelijk wicht
en een zwaar gewicht
Maak er een gedicht van?
Hoezo is het dè man
Ik ben geeneens een vrouw
Zo erg dat ik van ruimte hou
dat alles en iedereen kan rotten
Met name mijzelf
Ik tel tot elf
Dan kap ik
met verleiden
en laat ik zien
wat er onder zit
Onder de lekkerheid
zit geheid geen schoonheid
maar rood aangelopen vlees
aderen die wir warren
die verwarren
en bot
zwaar bot
waar geen genot uit valt te halen
Ik zal mij uit de put halen
van het alsmaar doen alsof
Van mijzelf krijg ik de bolle bof
Domineren is niet tof
Lof aan ruimte,
't eeuwige heelal
Weg met glans,
ogen en spierbal
Het lichaam mag 't eren
een zegen zijn maar leren
dat het daar niet bij blijft
Wie meer en minder is
is waar het over zwijgt
aangezien geen één
't ware voelt
wie
is
v
o
o
r
b
i
j
w
i
e
d
o
e
l
t
?