|
kwam en vertrok. Niet bezig waarom, nam Zwam nadering aan. Zoekend hier, zoekend daar. Met geen verzadiging echt waar, bleef het speuren. Sporen treuren die naaste zwam niet geven kon. Verbaasde het zich dan niet? Deze Zwam kwam niet toe aan de schok van ik jok, zal jokken en zo door het leven sjokken. Wat is wat Zwam overkwam. Het was niet bezig met twijfel, maar de twijfelaar die het van gezwam voorzag. Er in duikend met een ram en bam! Tot zwammetje kwam. Wat Zwams zekerheid verzorgde, aarzel ontnam en vragen niet voor ogen hield. Het moest gelogen zorgen voor gevoel. Of de zwam waar het voor kwam wilde of niet, Zwam kwam. Het duldde noch nee, noch een vraag met w. Hoe er ook is gezegd dat er geen contact te vinden is, echt, Zwam kwam. Bonzend op de deur met verheffing in de stem. Drukkend met drugs wanneer Zwam te bang was zelf te rotten. Niets beknotten, omhoog met het middel. Zwam heeft zin. Ook als wie het voor zich heeft er onder door aan gaat. Want waar laat je zucht, zo je wil? Zwam moest van bil en ging over lijken. De ik wil bacil hoeft niet te wijken voor het zeiken van Zwam. Het is zich verrijken zonder te zien dat het ooit zal bezwijken. Want al denkt het te bereiken wat het wil, in een mum is het stil. Geen wie kwam, zoeken noch Zwam. |