|
Een vrouw is het niet, toch heeft het tiet. Vlak weliswaar, maar aan zachtheid ontbreekt het niet. Melk is het niet geven, al kan het wit kleven waar de zon niet schijnt. Een man kan het zich achten. Al zijn dit gedachten. Wat maakt dat het niet echt zo is. Dat het net als alle labels, het eigenlijk niet weet. Liever elk hokje door het raam smeet. Ondanks dat deze woorden dunk zoveel zijn en zo'n voorkeur weerlegt. Wat zich bij deze herroept. Het verslindt anders leegte waarin het zich bevindt, ruimte wat al verbindt en het scherm dat niet zo raakt als de letters wie dit leest iets maakt wanneer het kijkt naar wat er zich na deze zin vertoont. Een opgeschoond en zo onbewoond eiland is waar het over zal gaan. Met kinderen aan touw geknoopt, trekkend tot tegels rood en wie het sleurt, dood. Met Baba Jaga als rivaal eet het een wereld kaal. Baal je er van, of maal je er niet om? Zal het paps en mams laten beven? Dat het ouders eet, over is geven en wat het kotst zeven voor klontjes in de soep? Welke stukjes zijn dit, van Maria of van Joep? Wat een troep, wat een bende, hoe ik heet? El Lende. |